Weer een mooie spoorblokkade van Kappen met Kolen
zondag 19 maart 2023
Dat was weer kleinschalige pret rond de actie die Kappen met Kolen (KmK) gisteren, 18 maart 2023, in het westelijk havengebied van Amsterdam hield. Lachen gieren brullen, maar tegelijk serieuze actie en gemene repressie. Dit alles voorafgegaan door schier eindeloos, maar mogelijk uiteindelijk zeer effectief wachten, wachten, wachten. Een actieverslagje maar weer van een deelnemer. Nou ja, verslag. De lengte is een beetje uit de hand gelopen misschien.
Zoals bij eerdere KmK-acties ging het gisteren om een poging tot blokkade van een kolentrein. Doel is dat die hele kolenoverslag op dat haventerrein wordt stilgelegd, met de stopzetting van het gebruiken, verwerken en vervoeren van steenkool als achterliggend doel. Steenkool is smerig spul als grond- en brandstof, het is een grote aanjager van de klimaatontregeling via broeikasgassen als CO2. Daarom zegt de campagne KmK dus keer op keer: kappen met kolen! Dat zetten we kracht bij door zo’n kolentrein daadwerkelijk tegen te houden zo goed als we kunnen. Zo ook gisteren.
Daartoe verzamelden actievoerders zijn op en rond station Amsterdam Sloterdijk. Dat viel nog niet mee vanwege ontregeld treinverkeer, van de indeling in een vroege en twee latere groepjes kwam weinig terecht. Even voor elf uur voegde ik me bij de al aanwezige, pakweg tien actievoerders. Daar kwamen er later nog een handvol bij, ik denk dat we uiteindelijk met vijftien tot twintig mensen waren. Een paar gingen kijken bij de plaats waar we een kolentrein vermoedden. Geen activiteit te ontwaren. Wel bleek er een arrestantenbus – een rijdend cellencomplex in feite – niet heel ver van het terrein al klaar te staan. Er werd op ons gerekend.
Maar zou er wel van een rijdende kolentrein sprake zijn? Of zouden ze de boel maar helemaal hebben gecanceld om zich een blokkade te besparen? In dat geval zouden we ergens natuurlijk ook al gewonnen hebben, want dat zou betekenen dat alleen al de dreiging van een blokkade al tot uitstel van een kolentrein – en dus waarschijnlijk tot economische schade – hebben geleid. Precies het toebrengen van zulke schade is een drukmiddel dat we hanteren door voor vertragingen te zorgen met onze blokkades. Blokkade-op-afstand, als hetw are.
Evengoed duurde en duurde het maar. Het moment naderde waarop sommigen van ons, ik ook, een terugreis begonnen te overwegen voordat we hadden geblokkeerd. Laat met blokkeren beginnen betekent namelijk ook: riskeren dat de er opvolgen de arrestatie tot een nachtje cel, niet enkel tot een paar uur opsluiting, zou gaan leiden. Zover zal het helaas nog wel eens komen, maar dat zocht ik op deze dag nu liever niet echt op. Doseren, die inzet en die energie, dan houden we het langer vol. Zo zie ik dat.
Terwijl we – ik en een paar kameraden van me – dit zo afwogen, bleek er opeens beweging in de zaak. Er was een trein gestopt, en ze waren bezig die met kolen te vullen. Aan de gang dus! Inmiddels was het wel tegen half vier m in de middag. Een deel van de mensen die waren gekomen, waren intussen wel weer vertrokken, we waren nu met pakweg een dozijn mensen. Maar de overblijvers waren met genoeg om iets te gaan doen. Mijn kameraden en ik – een groepje van vier – werden met een auto naar het terrein gebracht, eerst om te kijken, vervolgens om te blokkeren. Dat was voor mij voor het eerst, spannend maar ook leerzaam: deel zijn van een relatief zelfstandig opererend groepje in zo’n actie, en dan ook nog als eerste, en zo de operatie in gang helpen zetten. Kijken: hoe snel het inladen gaat, want het blokkeren heeft de meeste impact als de trein op het punt staat te vertrekken. Tijdens het laden al blokkeren betekent dat de politie je al weghaalt voor de trein wil gaan rijden, zodat de boel amper wordt vertraagd. Dat is de bedoeling niet.
Welnu, we gingen dus kijken naar zo n reeks wagens achter twee locomotieven. Het laden vak kolen gebeurt met een installatie die over het spoor heen reikt, met de wagon in die installatie gereden. Is het laden van de wagon klaar, dan rijdt de wagon een stukje verder, en is de volgende wagon aan de beurt. Door dat te bekijken zie je hoe lang het nog gaat duren voordat ze (bijna) klaar zijn, Toen dat moment nabij was, gingen we naar het spoor zelf. Een wagen met een paar agenten was terwijl we aan het observeren waren, al even langs gekomen, een agent wenste ons een goede middag. Dat was het, tot zij kwamen, zo liet een van ons die agent weten. Het werd niet gewaardeerd.
Even later waren we dus bij het spoor. Zullen we maar? Wie gaat eerst? Nou, dat wilde ik wel doen, en ik nam dus plaats op dat spoor. Vervolgens een kameraad, een flink eind verderop, daarachter weer een, en weer een, steeds met ruime afstanden zodat de politie bij het aanhouden flink moet lopen, waardoor het tijd kost om het spoor vrij te maken. Fotootjes (laten) maken en die online gooien om te laten zien dat de blokkade begonnen was, hoorde erbij.
De politie stond al klaar toen we met onze blokkade begonnen, en blokkeerde aanvankelijk zelf met een wagen de overgang. Maar het was natuurlijk niet de bedoeling dat we bleven. Al snel kwamen vier agenten op me af. Eentje zei: de machinist verzoekt of je een stukje verderop wil gaan zitten. Dat zou fijn zijn, want dan kon die machinist iets doen met de locomotieven, en dat zou dan tijd besparen. Ik heb allervriendelijkst laten weten dat ik hier niet zat om een kolentrein te faciliteren, maar om dat ding te blokkeren. Ik was niet van plan om de zaak tijdwinst te bezorgen, ik bleef zitten.’ Dat is een nee?’ ja, dat was een nee. Okay, het was maar een verzoek, ze zouden het aan de machinist doorgeven. Haha.
Even later was het zover. Of ik bereid was me van deze plek te verwijderen, want ik was in overtreding. Nee? Dan bent u aangehouden. Hoera, jubileum, het was in mijn leven mijn tiende arrestatie, maar dat heb ik ze niet verteld, en daar was ik op dat moment ook niet mee bezig. Ik stond met de gebruikelijke tegenzin op en liep met dezelfde tegenzin mee richting politievoertuigen. Daar werd ik neergezet, ik werd nog niet opgehokt in een politievoertuig Ik pakte mijn bordje met ‘Kappuh met Koluh!’, riep diezelfde woorden, vooral toen de machinist met twee locs nu heen en weer kon gaan rijden. Agent op paar meter afstand. Drie politiewagens en twee busjes naast me. Even later: nummer twee van de arrestanten, een van mijn kameraden, het werd gewoon gezellig, daar in het middagzonnetje.
Het duurde natuurlijk niet, er volgde fouillering en ID-check, gecombineerd met een poging van zo’n agent om belangstelling te tonen. Wat of we deden in het dagelijks leven. Ik doe nu dit, zei ik. Dat was het. Lazer op met je ‘interesse’. Informatie inwinnen is niet zomaar ‘belangstelling’. Dat zei ik niet, maar dat denk ik dus wel.
We vingen daar ook een lichtelijk verontrustende conversatie tussen agenten op. Pakken we ze aan op basis van artikel 3 Spoorwegwet of zoiets, of van de Wet Openbare Manifestatie? Zo vroeg een agent aan een collega. Die Spoorwegwet kwam hier bij mij voor het eerst in beeld, en volgens die wet is het blokkeren van een spoorlijn een misdrijf, zo weet ik intussen, geen overtreding. Al snel bleek dat ze gewoon gingen voor de standaardovertreding van de Wet Openbare Manifestaties, zoals doorgaans. Maar het is goed om te weten dat ze dus zwaardere juridische wapens tegen onze actie hebben, en dat ze dat weten ook. Deze conversatie leek me op zichzelf getuigen van onbekendheid bij de betreffende agent bij de gebruikelijke gang van zaken. Maar echt geruststellend vond ik deze informatie niet.
Nu ‘mocht’ – alles ‘mag’ bij de politie, het is verzoek zus en verzoek zo – ik een busje in. Erven later kreeg ik mijn kameraad van even te voren naast me. En we gingen rijden. Waar heen? Naar de plek waar kameraad drie zat, en vervolgens vier! Want het kan natuurlijk niet zo zijn dat agenten te veel moeten lopen om arrestanten naar het busje te brengen, dus moet het busje maar rijden. Kort erna hoorden we die twee andere kameraden ook toen ze het busje in werden gestopt. Roepend begroetten we natuurlijk elkaar. Rijden maar weer. Waarheen?
Ja hoor, precies wat ik vreesde: naar de plek waar ook vorige keer, op 22 februari, de arrestantenbus stond, Die stond er dus weer, godverdegodver, en wij moesten daar in, in die piepkleine onaangename hokjes, en maar wachten. Ik protesteerde: dit is onwettig, jullie zijn wettelijk verplicht om arrestanten zo snel mogelijk naar een politiebureau brengen om voorgeleid te worden. ‘Zo snel mogelijk’, grijnsde de agent terug. In een hokje ging ik, net als de anderen. Vervolgens: wachten. Gelukkig hadden ze deze keer niet de radio hard aan, zoals de vorige keer. Zoiets is extra mishandeling, bovenop de mishandeling die de opsluiting in zo’n hokje sowieso al is.
De bus wachtte, ongetwijfeld op de volgende arrestanten, want er waren na ons groepje nog meer mensen op het spoor gaan zitten. Maar het wachten is zelf ook pesterij. Ze hadden ons vieren ook gewoon in dat busje naar ene politiebureau kunnen rijden zodat de procedure al kon beginnen. Maar nee, wachten. Allemaal afzonderlijk in zo’n hokje. Eerst in stilte, maar later begon iemand ter zingen: Hey ho, take me by the hand, strong in solidarity we stand, fight for climate justice! Ik hoorde geroep. What do we want? Climate justice! When do we want it? Now! Are we gonna fight for it? Yes! Aare we gonna get it? Yes! Make some noise! Dat deden we, na de leus meegeroepen te hebben. Vervolgens, trommelen en stampen, ritmisch, in de celletjes. Klopperdeklop. Een mens moet iets met de adrenaline, het ongeduld en de boosheid. Na iets van een dik uur stilstaan ging de bus eens rijden. Naar de Houtmankade, zo had ik al opgevangen, net als de vorige keer. Nu zou het allemaal niet zo gek lang meer duren…
Maar dat deed het nog wel. Want voor de Houtmankade aangekomen stond het ding gewoon weer stil. We werden er niet meteen uitgehaald. Weer kloppen, stampvoeten, meppen op de stoeltjes, beuken op de muren, ritmisch lawaai maken. Ik was intussen echt erg boos geworden, ik ben vrij doelgericht bezig geweest of ik zo’n stoeltje met aanhoudend gebeuk stuk kon krijgen. Lukte natuurlijk niet, daar is die zooi vast op gebouwd. Maar toch.
Intussen hoorde ik agenten buiten, soms lachend, Ik vrees dat ons getrommel en gestamp de politie eerder vrolijk maakte en aanmoedigde om ons nog even extra te laten wachten. In die zin werkte ons slagwerkconcert niet echt. Maar de boosheid moet er uit, en ons ongeduld kenbaar maken zorgde er in ieder geval voor dat ze ons niet makkelijk konden vergeten.
Ik denk dat het voor mij daar nog een half uur duurde in die bus. Toen kon ik er uit, het bureau in, naar de balie/fouilleerruimte. Daar zag ik achter glas agenten in de weer met tassen en ID’s van de gearre4steerden. ‘Hoort dit bij X?’, ‘Nee dat is van meneer Storm, daar’. Zootje. Ik was nog steeds zo boos dat ik minutenlang in dat hok, onder het oog van die agenten, door ben gegaan met ritmisch lawaai maken. Boem boem boem. Daar lieten ze me ook nog ongebruikelijk lang zitten wachten trouwens.
Nou eindelijk kwam een hulpofficier me formeel vertellen waarvoor ik was aangehouden, dat ze ons zes uur mogen vasthouden, en dat ze na verhoor gaan kijken wat ze met ons doen. Voorgeleiden heeft dat, door een hulpofficier. Belangrijk in dit verhaal: de zes uur tellen pas vanaf die voorgeleiding. Die lange tijd wachten in de arrestantenbus valt er dus buiten. Zo rekken ze de tijd dat ze ons opgesloten hebben dus op. Dit is feitelijk bestraffing zonder zelfs maar een begin van juridische gronden, en dat door een een instantie die de wetten geacht wordt te handhaven. Hun wetten. Wat we nu kregen, was hun repressieve willekeur.
Dit deden ze in november en december bij vergelijkbare KmK-acties dus nadrukkelijk niet, dat vasthouden in een arrestantenbus is een escalatie van hun repressieve aanpak. We moeten meer lijden, zodat we misschien steeds minder zin krijgen om kolentreinen te komen blokkeren. Dat is volgens mij de aanpak. Daar hoort van ons een soort escalatie tegenover te staan. Deze aanpak dient te worden getorpedeerd.
Nou, voorgeleiding voorbij, ik heb ter plekke water geëist, want te drinken hadden we nog niet gehad. Water, voor mij en allemaal dus. Nou, daar zou dan aan gewerkt gaan worden. Ik werd een f dagverblijf in gestopt, waar een mede-actievoerder al zat. Daar werd mij drinken aan te boden, koffie bleek opeens mogelijk. Even later werd in dat hok ook de kameraad waarmee in in het ;politiebusje zat gevoegd.
Toen duurde het allemaal niet lang meer. Ik kon mee om verhoord te worden. Dat gebeurde door een jongeman die zei dat het zijn eerste keer was, en het allemaal erg gezellig wilde houden. Ik weigerde zijn hand, en ging niet mee in de conversatietoon vol interesse die hij hanteerde. Dat vond hij maar niks, moest dat zo afstandelijk? Ja dat moet, jullie collega’s hebben mij ontvoerd en opgesloten, niets persoonlijks verder. En verder had ik op de verhoorvragen standaard geen commentaar, ik heb hem maar de suggestie aan de hand gedaan om die twee woordjes maar even via copy and paste klaar te houden. Gaat sneller, nietwaar?
Nadat hij de vragen had afgedraaid gedaan – hij kon nu zelf zijn lachen nauwelijks inhouden, het was ook zo absurd – voegde hij me op fluistertoon toe: ‘ik heb respect voor u’ (of: ‘voor jullie’, dat weet ik niet meer) ‘…maar waarom moet het op deze manier?’ Hij vroeg ook nog, buiten het verhoor, of juridische ondersteuning geregeld was. ‘Dat is afgedekt’ zei ik, en achteraf vind ik dat nog te toeschietelijk van mezelf. Het gaat zo’n verhoorder, en de politie als zodanig, verder niet aan of en hoe ik iets heb geregeld, ze merken wel als ik met een advocaat aan kom zetten. O ja, of hij me bij de afsluiting wel een hand mocht geven? Nee dus, dat is voor mij gewoon een principekwestie op zo’n moment. Een handgebaar als groet kon-ie krijgen. Geen hand, want het is geen vrede.
Ik hoefde niet meer het hok in, ik kon mijn spullen terugkrijgen en werd naar buiten geleid. Blijdschap, daar stonden al andere vrijgelatenen, plus mensen van de arrestee support, met wat te drinken en eten. Warme begroetingen, ervaringen uitwisselen, en wachten tot de anderen naar buiten kwamen. Tot mijn boze verbazing zag ik sommige gearresteerden toen pas uit die vreselijke arrestantenbus gehaald worden, Die hadden dus nog twee tot drie keer langer dan ik voor dat bureau in zo’n hokje gezeten. Gelukkig werden zij in hoog tempo de procedure door gehaald, zodat ook zij vrij snel buiten waren. In totaal hebben negen mensen op het spoor gezeten, en vervolgens dus uren in een cel.
Nog was het repressieve spektakel niet voorbij! We stonden dus met koekjes en ander lekkers voor dat bureau, met vijftien mensen of zo. Dat vond de politie niet goed, of we een eindje verderop wilden gaan staan? Niet echt, maar omdat er nog mensen van ons binnen zaten, besloten we niet al te dwars te doen. De mensen binnen konden immers de dupe worden. Dus stonden we wat verder van die arrestantenbus af, maar sommigen van ons waren al verplaatsend dus bij de ingang van het bureau zelf beland. Dat mocht dus ook niet. Net alsof we de ingang aan het blokkeren waren. Iedereen kon er gewoon langs. Maar nee.
Een agent vorderde – jawel, vorderde – ons vieren die daar stonden om ons naar de brug twintig meter verderop te verplaatsen. Ik heb de agent in zijn gezicht uitgelachen, maar we zijn wel gegaan. Ik sluit niet uit dat ze (sommigen van)ons anders nogmaals hadden opgepakt. En hoe onrechtmatig zoiets ook kan zijn – daar had ik op dat moment nog geen idee van – daar heb je op zijn vroegst achteraf wat aan. Ik vond het wel mooi geweest. Even later vertrok ik samen met mijn drie kameraden met wie ik veel had opgetrokken, naar het station, daar scheidden de wegen zich uiteindelijk, en homeward bound ging ik na een bizar maar wel degelijk voldoening gevend dagje actievoeren.
Meedoen een volgende keer? Kappen met Kolen heeft een website, daar vind je meer informatie! Zie https://kappenmetkolen.squarespace.com/
Peter Storm