Oorlog in Oekraïne: keuzes die wringen
donderdag 22 december 2022
Onderstaand artikel schreef ik voor het VredesMagazine. Daar -, om precies te zijn op pagina 20-23 in nummer 1 van jaargang 16, gedateerd “1e kwartaal 2023” – staat het inmiddels in iets anders geredigeerde en ook nog eens geïllustreerde versie te lezen. Ja, het is een longread.
Het artikel heeft ongeveer dezelfde strekking als ‘Oekraïne: twee oorlogen tegelijk is lastig kiezen’, hier verschenen op 10 december 2022.. Daar zijn de praktische consequenties van mijn standpunt echter iets verder uitgewerkt. het artikel hieronder verschiijnt weliswaar na dat andere artikel, maar is iets eerder geschreven.
Oorlog in Oekraïne: keuzes die wringen
Oorlog waar dan ook betekent discussie ter linkerzijde, meningsverschil, vaak regelrecht ruzie. Niet verbazend: er staat nogal wat op het spel, mensenlevens, toekomstperspectieven van mensen en gemeenschappen, vrijheid. Ook de huidige oorlog in Oekraïne leidt tot hevig en verhit uitgevochten verschil van inzicht en van opstelling. Het loopt van partij kiezen voor Poetins Rusland ‘tegen NAVO-agressie en Westers imperialisme’ via weigering om te kiezen in een ‘proxy-oorlog’ van Amerikaans tegen Russisch imperialisme tot en met voluit kiezen voor Oekraïne en haar ‘vrijheidsstrijd tegen Russische agressie’.
Laten we eens kijken met wat voor oorlog we feitelijk van doen hebben. Rusland opende op 24 februari 2022 de aanval op Oekraïne, op haar troepen maar ook op de Oekraïense maatschappij en de mensen die er wonen. Aan die aanval gingen vele maanden van troepenopbouw en dreigementen vooraf. Oekraïne was allerminst onvoorbereid: het militaire apparaat had er al flink wat gezamenlijke oefeningen met de NAVO op zitten, en Westerse wapenleveranties gingen ook aan de inval vooraf. Rusland presenteerde haar aanval dan ook als een reactie op een NAVO die bezig was om Oekraïne tot voorpost om te vormen in haar steeds verdere opdringen, een NAVO-opmars die de Russische staatsbelangen zodanig bedreigde dat Rusland geen keus had en wel ‘moest’ ingrijpen. Maar dit gaat zomaar niet.
Ja, de NAVO heeft vanaf 1992 de ene nieuwe lidstaat na de ander verwelkomd. Het betrof daar deels landen in het vroegere Oostblok, zoals Polen. Het betrof ook landen die tot 1991 tot de vorige versie van het Russische imperium, de Sovjet-Unie hadden behoord, zoals de Baltische staten. Ja, vanaf 2008 was het NAVO-politiek om ook Oekraïne vroeg of laat het bondgenootschap in te loodsen. De NAVO-uitbreiding was geen Poetin-verzinsel, dat die uitbreiding de Russische staatsleiding niet zinde, behoeft geen verbazing. Die staatsleiding zag de vroegere Russische invloedssfeer veranderen in een Amerikaans-Westeuropese invloedssfeer onder NAVO-dekking met NAVO-troepen dicht aan bij de Russische grenzen. Ja, binnen de NAVO was de Verenigde Staten de leidende mogendheid. Dat we hier van een strategie van het Amerikaanse imperialisme kunnen spreken, is evident. Dat die strategie botste met Russische staatsbelangen, eveneens. Is dat een reden om voor die Russische staatsbelangen te kiezen? Wat waren die belangen eigenlijk?
Rusland is vanouds een koloniaal rijk. Wat begon als vorstendom Moskovië dat als een soort deurwaarder optrad voor de Gouden Horde – een staat die voortkwam uit de Mongoolse invasies van de late Middeleeuwen – was onder autocratische leiding gaandeweg uitgegroeid tot grote mogendheid. Wat de VS deed in Noord-Amerika, dat deed het gaandeweg tot Rusland omgevormde Moskovië in Siberië, in Centraal-Azië, in de Kaukasus: veroveren, onderwerpen van de plaatselijke bevolking, hetgeen met grof geweld ging. Sommige grensstreken werden indirect onderworpen via ongelijke verdragsbepalingen waarbinnen Russisch militair overwicht ondergeschiktheid zorgde. Dart gold voor delen van wat nu Oekraïne is, destijds een semi-onafhankelijke Kozakkenrepubliek. Andere delen werden rechtstreeks veroverd. Dat gold voor het aan de Zwarte Zee gelegen kustgebied van wat nu Oekraïne is.(1) Hoe dan ook: Oekraïne was in de negentiende eeuw grotendeels een Russische kolonie geworden. En tegen het Russische kolonialisme kwam anti-koloniaal verzet, aanvankelijk vooral van een intelligentsia die de Oekraïense taal stimuleerde en nationaal zelfbewustzijn verkondigde, tegen hardhandige Russificatie in.
In 1917 maakte revolutie een eind aan het Tsarenrijk en trad er een bewind aan dat revolutie predikte. In een complexe burger- en interventieoorlog wist het bewind een deel van de koloniën waaronder Oekraïne binnen de nieuwe staat te houden. Die predikte onder Lenin nationale zelfbeschikking, maar de grenzen daarvan werden getrokken door militaire macht enerzijds, en door de mate waarin naties die ‘zelfstandigheid’ bereid waren binnen de context va het ‘socialisme’ te ontplooien, een ‘socialisme’ dat zich al snel als eenpartijdictatuur ontpopte. Binnen de nieuwe staat – vanaf 1922 Sovjet-Unie genoemd – was aanvankelijk vrij veel ruimte voor culturele autonomie en regionale zeggenschap van ook de Oekraïense nationaliteit – binnen door de Communistische partijheerschappij gestelde grenzen. Onder Stalin, vanaf de late jaren twintig, keerde de vertrouwde Russificatiepolitiek terug. Oekraïne veranderde van wat je met een beetje goede wil als junior partner binnen de Sovjet-Unie kon zien in een Russische kolonie onder roodgevlagd bestuur dat onder meer de boerenbevolking afperste en daarmee een gigantische hongersnood veroorzaakte die in Oekraïne herinnerd wordt als de Holodomar. Dit Oekraïne bleef tot 1991 een (sovjet-)Russische kolonie, met een zeer bloedige onderbreking tussen 1941 en 1944, toen het een nazi-Duitse kolonie was, een verschrikkelijk slachthuis. Het westen van Oekraïne was in 1918 bij de toen opgerichte Poolse staat gevoegd: Poolse grootgrondbezitters heersten daar over Oekraïense arme boeren, ook een soort koloniale verhouding. En een stukje Oekraïne lag in Oostenrijk-Hongarije. Hoe dan ook: Oekraïne was koloniaal bezit, vooral van Rusland, tot 1945 deels ook van andere mogendheden. Na 1945 duurde die Russische overheersing voort, totdat in 1991 de Sovjet-Unie de wapenwedloop met de VS en de NAVO niet meer kon volhouden, aan haar eigen verrotting bezweek en door haar leiding werd opgedoekt. In haar plaats kwam Rusland – en een reeks voormalige Russische koloniën waaronder Oekraïne. Je kunt dit dekolonisatie noemen.
De lotgevallen van Oekraïne werden vervolgens getekend door brute privatisering, verrijking aan de top en verpaupering van de bevolking en ongebreidelde corruptie – maar ook door de ontwikkeling van een politiek stelsel waarin president en parlement gekozen werden, waarin verschillende partijen via stembus en publiciteit wedijverden, waarin van de staat onafhankelijke politieke activiteit niet volslagen werd verpletterd. Pogingen van presidenten om hun heerschappij autocratisch ter bestendigen, lokten herhaaldelijk felle en brede protestbewegingen uit, waarvan de Maidan-opstand in 2014 de laatste en meest bekende was. De presidenten met autocratische neigingen vonden vaak steun in buurland Rusland, waar de politieke ontwikkeling zich juist steeds verder verwijderde van democratische verhoudingen en procedures en Poetin een griezelig brouwsel van tsaristische en Stalinistische autocratie deed herleven. Democratisch streven en anti-Russisch nationalisme gingen in deze context in Oekraïne makkelijk hand in hand. Dat nationalisme kon makkelijk verwijzen naar Ruslands kwaadaardige rol als koloniale mogendheid. De steun van Poetin aan Janoekovski – de door Maidan verdreven president – was makkelijk te duiden als poging om iets van het Russische koloniale overwicht te herstellen. Angst dat vrijheidslievende opstandigheid over zou slaan van Kyiv naar Moskou speelde overduidelijk een rol.
Janoekovitsj bleek niet te redden. Maar na zijn val maakte Rusland het de nieuwe machthebbers het leven zuur, door de Krim gewapenderhand in te lijven en door onvrede in het vooral Russisch-sprekende oosten van Oekraïne te manipuleren en gewapende interventie aldaar als volksopstand te vermommen. Zo ontstonden daar twee zogeheten volksrepublieken, feitelijk filialen van een zich gaandeweg ontplooiende Russische koloniale macht. Dat ontstaan werd gewapend aangevochten door de Oekraïense staat en gewapende, vaak extreem-rechtse milities. Vanaf 2014 woedt aan de grenzen van die filialen al oorlog. De aanvalsoorlog die Poetin op 24 februari 2022 lanceerde is een uitbreiding van dat conflict: een overduidelijke poging de Russische koloniale macht uit te breiden over heel Oekraïne en een einde te maken aan het bestaan van Oekraïne als zelfstandige staat. Dar vloeit voor mij een eerste noodzakelijke stellingname uit voort: tegenstanders van kolonialisme dienen tegenstanders te zijn van de Russische aanval op Oekraïne, die immers een koloniaal karakter draagt.
We zien hier een voormalige kolonie die eindelijk onafhankelijkheid heeft verworven maar die nationale vrijheid bedreigd ziet door gewelddadig ingrijpen van de voormalige koloniale overheerser. Niemand hoeft verbaasd te zijn dat de voormalige kolonie tegen die dreigende hernieuwing van koloniale heerschappij steun en bescherming zoekt bij de grote wereldwijde rivaal van Rusland: de Verenigde Staten. Dat Oekraïne NAVO-lid wil worden, kun je heel verontwaardigd een schandalige knieval voor het Amerikaanse imperialisme noemen. Je kunt het ook zien als een poging zich van steun te verzekeren tegen dat andere imperialisme dat ze in Oekraïne al honderden jaren van zeer dichtbij kennen. Het streven naar NAVO-lidmaatschap van die hele trits voormalige Oostbloklanden en vroegere Sovjetrepublieken kan op soortgelijke wijze worden verklaard: het zijn allemaal vroegere Russische (semi-)koloniën die in de NAVO bescherming tegen hernieuwde Russische imperiale ambities hopen te vinden.
Maar de NAVO is geen ‘u roept, wij draaien’-constructie waar bescherming van voormalige slachtoffers van Russisch kolonialisme tegen een herleving daarvan de boventoon voert. De NAVO is een imperialistisch militair bondgenootschap onder leiding van de VS. Vanaf haar oprichting was de NAVO bedoeld om West-Europese staten aan de VS te binden om een vuist te maken tegenover het toen nog rood-verpakte Russische imperialisme. Nadat de teloorgang van de Sovjet-Unie verloor dat imperialisme tijdelijk haar greep op Oost-Europa, op de Kaukasus, op Centraal-Azië. Grote investeringskansen voor Westerse multinationale ondernemingen dienden zich aan. De VS had haar imperialisme al veel langer niet primair als koloniaal rijk vormgegeven, maar veeleer als vestiging van door de VS beschermde vrije investeringsruimte en markt voor precies zulke ondernemingen. Dat veel van die multinationals, toen de VS dit type van heerschappij systematisch begon te organiseren, Amerikaans waren, was niet toevallig. De VS had zo’n invloedssfeer al in Latijns-Amerika, Oost-Azië, delen van Afrika. West-Europese staten waren partner in dit imperiale project. Met het wegvallen van Russische macht in grote delen van voormalige Sovjet-Unie en Oostblok, deed zich de kans voor om precies dit soort overwicht uit te breiden naar die gebieden. Uitbreiding van de EU hing samen met dit project. Uitbreiding van de NAVO was de militaire kant ervan.
De VS verwelkomde land na land, niet omdat ze Russische overheersing zo sneu vinden voor de mensen daar, maar om haar eigen militaire macht uit te breiden en haar economische macht militaire dekking te verschaffen. Strategische denkers in de VS gingen en gaan ervan uit dat Ruslands imperiale macht vroeg of laat zou herleven, en dat de VS bovendien tegen supermacht-in-opkomst China zou komen te staan. Beiden worden gezien als strategische tegenstanders, als mogendheden die het type heerschappij dat de VS organiseerde – een zo groot mogelijke ‘vrije ruimte’ voor multinationale ondernemingen creëren, on der Amerikaans militair en financieel (IMF/Wereldbank!) toezicht – zou kunnen tegenwerken. Het oostwaarts uitbreiden van Amerikaanse invloed, via de uitbreiding van de NAVO in die richting, maakt deel uit van komende confrontaties tussen de VS en haar bondgenoten enerzijds, Rusland en vooral China anderzijds. Oekraïne integreren in NAVO- en EU-verband – overduidelijk de strategie van zowel VS als prominente EU-landen – maakt deel uit van deze Westerse imperialistische strategie. Dat Oekraïne niet daadwerkelijk EU- en NAVO-lid is, is hier van secundair belang. De binding is overduidelijk.
Zo krijgen we in beeld wat er in Oost-Europa, de Kaukasus en Centraal-Azië gaande is: een lang lopend conflict tussen twee imperiale projecten, gedreven door twee imperialistische machten. Het herlevende Russische imperialisme dat haar koloniale rijk en daaromheen haar invloedssfeer terug wil enerzijds. Het nog altijd dominante Amerikaanse imperialisme anderzijds dat haar hegemonie oostwaarts wil uitbreiden en zich opmaakt op Rusland en vooral ook China kort te houden zodat ze niet boven de status van regionale mogendheid uit komen. Geen van deze imperialismes verdient support van linkse en radicale mensen. Als we de Russische koloniale oorlog een frontale mislukking toewensen – en ik vind dus dat we dat horen te doen! – is dat niet omdat we de mythe van een progressief, democratisch, mensenrechtenlievende Westen ondersteunen. Die mensenrechtenliefde is Westerse PR en handvat om te gebruiken tegen staten die de Westerse ambities weerstreven. Het is geen fundamenteel beleidsdoel. Net zo min als anti-imperialisme beleidsdoel is van het Russische imperialisme, dat ook geen enkele support van linkse en radicale mensen waard is.
Deze rivaliteit tussen de VS en haar NAVO enerzijds, Rusland anderzijds, biedt de geopolitieke context waarin het conflict in en om Oekraïne zich afspeelt. Rusland wil haar kolonie terug, de VS wil die voormalige kolonie de Westerse invloedssfeer in loodsen. Rusland lanceert een koloniale oorlog om haar doel te bereiken. De VS en haar bondgenoten geeft gigantische militaire steun aan Oekraïne om dat doel te voorkomen maar tevens om Rusland strategisch te verzwakken via een oorlog die de VS alleen veel wapens en geld kost – het vechten en sneuvelen mogen de Oekraïners doen… – maar Rusland bovendien ook veel mensenlevens en economische ontwrichting. Hier zien we duidelijk de dimensie die met het begrip ‘proxy-oorlog’ wordt uitgedrukt: de VS voert war-by-proxy, oorlog via een vervanger, tegen Rusland. De proxy, dat is Oekraïne dat de klappen van het geweld mag opvangen. De proxy-strategie die de VS via de oorlog Oekraïne tegen Rusland hanteert, is net zo cynisch en verwerpelijk als de openlijk koloniale machtsontplooiing van Rusland zelf. Het is verkeerd om die proxy-strategie als antwoord op die machtsontplooiing te zien. Het is evenzeer verkeerd om die machtsontplooiing, en daarmee de Russische aanval, te presenteren als verdediging tegenover die proxy-strategie. Kolonialisme en proxy-interventie, Rusland en de VS: er is geen valide reden om tussen die twee imperialismes te kiezen. Dat is wat mij betreft de tweede noodzakelijke stellingname in deze oorlog.
Het karakter van de oorlog is dus te omschrijven als: een koloniale oorlog – vanuit Oekraïense kant dus een anti-koloniale oorlog! – in een context van imperiale rivaliteit en tevens een proxy-oorlog ook. Daar hoeven we echter nu ook weer niet al te zeer van te schrikken want zoiets is niets nieuws. Indonesië, 1945-1950 voerde een anti-koloniale oorlog tegen Nederlands. Ze won die toen de VS Nederland dwong om in te binden door te dreigen om hulp stop te zetten. De VS wilde voorkomen dat een onafhankelijk Indonesië in het pro-Russische imperiale kamp zou belanden. Ook de Indonesische vrijheidsoorlog vond dus plaats in een context van imperiale wedijver, een context die de uitkomst mede bepaalde. Doet dat afbreuk aan het antikoloniale karakter van die vrijheidsoorlog? Vietnam, een ander voorbeeld. Vietnamees anti-koloniaal verzet werkte eerst het Franse kolonialisme het land uit, om vervolgens het Amerikaanse kolonialisme hetzelfde lot te bezorgen. Dat Vietnamese verzet werd geleid door een Communistische partij en ontving zowel steun uit Rusland als uit China. Die steun nam de vorm aan van grootschalige militaire wapenhulp. Het leger dat in 1975 Ho-Chi-Minh-stad – destijds Saigon – binnenreed, was geen zelfvoorzienend guerillaleger, maar een van imposante Russische tanks voorziene militaire macht. Rusland gebruikte Vietnam hier als proxy tegen Amerikaanse imperiale hegemonie. Is daarmee het antikoloniale karakter van het Vietnamese verzet weerlegd? Ik denk van niet. Analoog hieraan denk ik dat het antikoloniale karakter van de Oekraïense strijd tegen Russische overheersing niet weerlegd wordt door op de evident aanwezige proxy-dimensie te wijzen.
Ingewikkeld is het wel. De Russische koloniale oorlog van harte een nederlaag toewensen enerzijds. De Amerikaanse bijdrage aan de nederlaag hekelen als net zo reactionair als de Russische koloniale operatie anderzijds. Dit wringt. Maar er is geen ontkomen aan: de wereld is nu eenmaal complex, linkse en radicale mensen horen te leren hoe je meerdere tegenstanders tegelijk bestrijdt. Een receptenboekje daarvoor heb ik niet. Maar wat nodig is, dient nu eenmaal te worden geprobeerd.
Noot:
1 Voor deze geschiedenis-in-vogelvlucht van Oekraïne hanteerde ik Marc Jansen, ‘Grensland – een geschiedenis van Oekraïne’, (Amsterdam 2014).
Peter Storm