Kronstadt: een noodzakelijke discussie
woensdag 7 april 2021
Onderstaand stuk schreef ik voor de Buiten de Orde, blad van de Vrije Bond. Daar, om precies te zijn in nummer 1 van 2021, is het inmiddels ook op papier te lezen. Het is een beetje een longread.
Wil je vertier met inhoudelijk plezier? Nodig dan een trotskist uit en een anarchist, bied ze koffie dan wel thee aan, en zeg ‘Kronstadt 1921, wat denken jullie ervan?’ Zorg wel voor ruimschoots meer dan anderhalve meter afstand, want een handgemeen is niet helemaal uitgesloten. Voorzie beide gesprekspartners van ruimschoots meer dan enkel mondkapjes, want tegen het vuur spuwen dat volgt, zijn die hoogstwaarschijnlijk niet bestand. Leun vervolgens achterover, and let the fun begin. Wat dan ongetwijfeld volgt, is een zeer verhitte discussie over contrarevolutionair geweld tegen heroïsche zeelieden dan wel heroïsche onderwerping van contrarevolutionaire muiters. Zoals de Beatles in 1967 zongen: A splendid time is guaranteed to all.
Natuurlijk: de regels hierboven schrijf ik met een een knipoog. Maar het meningsverschil tussen trotskisten en anarchisten over Kronstadt 1921 is ook honderd jaar later nog bittere ernst. De felheid waarmee de discussie vaak gepaard gaat, heeft redenen. Het gaat over historische waarheid, voor zover daar achter te komen is. Het gaat over historische gerechtigheid – en dat gaat niet alleen over het verleden. Uiteindelijk gaat het om de vraag: waar sta je in een revolutie, in een strijd op leven en dood voor algehele bevrijding? Ik ga op die vragen in, maar met een disclaimer vooraf, en een spoiler.
De spoiler is: ik beschouw Kronstadt 1921 als een rechtmatige heroïsche opstand tegen contrarevolutionair staatsgezag; de anarchistische houding acht ik juist. De disclaimer: ik ben in dit opzicht de afgelopen 35 jaar twee maal van mening veranderd, in beide gevallen via serieuze, soms pijnlijk discussies. Tot in 1988 had ik sympathie voor de revolte van Kronstadt, en wees ik de Bolsjewistische repressie af. In dat jaar overtuigden trotskisten me ervan dat de onderwerping van de revolte rechtmatig was, zij het niet echt leuk. Niet toevallig trad ik in dat jaar toe tot een trotskistische groepering, de Internationale Socialisten. Daar bleef ik tot 2008 , en in al die tijd verdedigde ik de gangbare trotskistische visie. In de laatste maanden van 2009 veranderde dat, onder invloed van hernieuwd leeswerk rond dit onderwerp. Sindsdien zie ik de Kronstadt-revolte als episode van de Russische revolutie zelf, een soort van laatste opflakkering, en de onderdrukking ervan als onderdeel van het proces waarin nieuwe Bolsjewistische machthebbers die revolutie de nek om draaiden. Uit naam van de Revolutie, vanzelfsprekend. Dat verdient onderbouwing. Dat ga ik doen door te laten zien dat de trotskistische argumentatie rond Kronstadt – die ik dus heel lang had verdedigd – niet klopt.
Trotskisten hebben in de decennia erna een reeks argumenten aangedragen waarom die anarchistische houding – leve Kronstadt, weg met de Bolsjewistische onderdrukking ervan – volgens hen niet klopt. Sommige ervan dateren al van tijdens de opstand en de onderdrukking zelf, en kwamen al uit de pen van Lenin en Trotski, twee machtige mannen in het Bolsjewistische regering. In later jaren werd het Trotskistische verhaal aanzienlijk bijgesteld. Het is vooral dat latere verhaal dat nog steeds rond gaat.
De opstand van Kronstadt vond plaats in maart 1921, in de marinebasis Kronstadt, op een eilandje voor de kust van Petrograd. Ze volgde op een staking in Petrograd. Gedelegeerden uit Kronstadt hadden daarvan vernomen, wilden poolshoogte nemen en kwamen terug, geschokt door de misère van de arbeiders en de repressie van de Bolsjewistische regering.
Misère en repressie waren onderdeel van een proces dat al meteen na de Bolsjewistische machtsovername in november 1917 was begonnen. De machtsovername – bekend als de Oktoberrrevolutie – had een regering in het zadel gebracht op basis van een krappe meerderheid in de raden van gedelegeerden van arbeiders, soldaten en boeren: de sovjets. De Bolsjewistische (vanaf 1918 Communistische) partij pleitte voor machtsovername op basis van die sovjetmeerderheid. Eenmaal aan de macht, vormden ze een regering boven die raden. Die regering voerde een beleid dat haaks stond op wat de arbeiders en boeren op wie de raden zich baseerden, wilden en nastreefden. Al in 1918 leidde dat tot grote sociale spanning tussen het nieuwe regime enerzijds, en de klassen uit wiens naam dat regime beweerde te regeren. Toen bij nieuwe sovjetverkiezingen niet-Bolsjewistische partijen meerderheden wisten te winnen, gingen Bolsjewistische partijen er herhaaldelijk toe over om die sovjets dan maar te ontbinden en eigen mensen naar voren te schuiven. Of ze bliezen herverkiezingen tevoren af.
Dit gebeurde al voordat er een omvangrijke gewapende reactionaire tegenbeweging op gang was gekomen die een uiterst rechtse contrarevolutie nastreefde. Vanaf de voorzomer van 1918 leidde de botsing tussen die contrarevolutie enerzijds en het nieuwe regime anderzijds tot een bloedige burgeroorlog. Het regime stond bekend als de Roden, de rechtse tegenstanders als de Witten. Waar Witten tijdelijk wonnen, verloren arbeiders de rechten die ze na de val van de Tsaar hadden gewonnen, keerden landheren veelal terug en begon een bloedige terreur tegen alles wat links was, plus pogroms tegen joden. Rechtse terreur dreef arbeiders en boeren in de handen van de Roden. Waar de Roden heersten, daar persten ze boeren af met gedwongen graanleveranties, en braken ze stakingen en arbeidersverzet.
Protest en verzet van arbeiders en boeren werd door de Bolsjewistische machthebbers systematisch geframed als contrarevolutionaire agitatie. Stromingen die een doorgaande revolutie bepleitten, waarin rechtstreekse zeggenschap van arbeiders en boeren ruimte kreeg via bijvoorbeeld autonome vakbonden en sovjets waarin vrije debatten en stemmingen plaats vonden, kregen te maken met systematische terreur. Die trof bijvoorbeeld Linkse Sociaal-Revolutionairen, een linkse boerenpartij. Die trof ook anarchisten, tenzij anarchisten zich keurig voegden in het Bolsjewistische gareel, iets dat nogal wat anarchisten helaas aanvankelijk ook deden. Uit loyaliteit aan De Revolutie.
In 1920 had de Bolsjewistische regering de Witte legers verslagen. Maar het land was ontwricht, arbeiders en boeren leden honger. De neiging om ontberingen en repressie te dulden om de strijd tegen de Witten niet te hinderen, liep ten einde nu de macht van die Witten goeddeels was gebroken. In de winter van 1920-1921 golfde een reeks stakingen en boerenopstanden door Rusland. Ook op de marinebasis Kronstadt rommelde het. In maart leidde dat gerommel tot een gigantische massameeting waar een protestresolutie met eisen aan het bewind werd aangenomen. Matrozen trokken de macht op het eiland uit handen van de Bolsjewistische regeerders. Het bewind antwoordde met dreigementen: overgave, of anders. Later in de maand werd duidelijk hoe ‘of anders’ er uit zag: bestorming van de basis door soldaten van het Rode leger, deels elitetroepen, deels mensen die over het ijs richting Kronstadt werden gedreven doordat ze van achter door veiligheidstroepen onder schot werden gehouden. Uiteindelijk veroverden de Rode soldaten Kronstadt. Executies en massa-arrestaties volgden, overlevenden verdwenen in de kampen die ook toen al deel uit maakten van het repressieapparaat van ‘revolutionair’ Rusland.
Trotski rechtvaardigde de repressie door te zeggen: Kronstadt is een Wit complot. Hij wees er op dat rechtse Russische ballingen zaten te smullen bij het nieuws dat Kronstadt wellicht te val van de Bolsjewieken zou inluidden. Hij wees op de stijgende beurskoersen in Parijs en Londen waarmee het nieuws gepaard ging. Iets waar beurzen en Witgardisten van smullen, kan alleen maar rechts zijn, toch?
Trotski wees ook op de aanwezigheid van een Tsaristische generaal die aan het hoofd van de gewapende rebellen van Kronstadt stond. Ja, die generaal was er, hij heette Kozlovski, daar neergezet door bolsjewistische regering zelf. Die had al in 1918 als beleid dat ze officieren uit het tsaristische leger benoemde in het nieuw gevormde Rode Leger, om aan ervaren krachten en expertise te komen. Die officieren werden ‘militaire specialisten’ genoemd, ongeveer zoals de ministerraad waar Lenin leiding aan gaf, heel revolutionair Raad van Volkscommissarissen werd genoemd. Wie was gekomen met het idee om ‘militaire specialisten’ in te zetten? Minister, pardon, Volkscommissaris, van oorlog Leon Trotski. De aanwezigheid van Kozlovski op Kronstadt paste in Trotski’s beleid. Ja, Kozlovski koos de kant van de opstandelingen. Maar dat maakt hem nog niet tot instigator van de opstand. Toen hij aan opstandelingen voorstelde om offensieve actie tegen de Communistische regering te lanceren, wezen opstandige matrozen dat af. Ze vestigden hun hoop niet op militaire strijd, maar op solidariteit door arbeiders in Petrograd, op het doorzetten van wat ze een derde revolutie noemden. Die kwam helaas niet. Als Kozlovski gangmaker was geweest van de gebeurtenissen, dan hadden die er anders uit gezien.
Lenin erkende in eigen kring overigens dat Kronstadts opstandelingen noch de Witten, noch de Roden wilden. En later lieten Trotski en zijn politieke nazaten het verhaal dat Kronstadt rechtstreeks een Witte opstand was, ook goeddeels los. De lijn werd: matrozen hadden wellicht legitieme grieven en revolutionaire bedoelingen. Maar het inwilligen van hun eisen zou toch de contrarevolutie in de kaart spelen. De opstand ongemoeid laten, zou de deur naar contrarevolutie open hebben gezet, ook als de Kronstedelijke revolutionairen dat niet wilden.
Trotskisten voeren specifieke punten aan ter ondersteuning van dit verhaal. Ja, zeggen ze, in 1917 stonden de matrozen van Kronstadt heldhaftig vooraan, eerst in de strijd tegen de Tsaar, toen tegen de strijd tegen de Voorlopige regering die uitmondde in de Oktoberrevolutie. Maar de opstandelingen van 1921 waren niet meer diezelfde matrozen. Revolutionairen van 1917 waren overal in Rusland naar het front gegaan in de burgeroorlog. In hun plaats waren steeds nieuwe rekruten gekomen, meestal vanaf het platteland. Dat waren geen mensen met een arbeidersachtergrond, maar boerenzonen. Precies die boeren die botsten met het bewind, omdat dat bewind niets anders wist te verzinnen om de steden te voeden dan gedwongen graanleveranties aan die boeren op te leggen. De opstand van Kronstadt weerspiegeld dan – nog steeds in trotskistische gedachtegang – een boerenprotest tegen een regering die wanhopig probeerde arbeiders te voeden.
Maar als dit al klopt, waarom zouden arbeiders voorrang op boeren krijgen? Is het feit dat je de ene onderdrukte klasse onderdrukt om een andere onderdrukte klasse te voeden, geen meedogenloze veroordeling van de hele Communistische aanpak zelf? Mag je zomaar boerenverzet neerslaan om voedselleveranties aan de steden gaande te houden? Was er geen andere manier om stedelijke arbeiders te voeden? Natuurlijk wel: arbeiders stuurden zelf delegaties naar naburige dorpen om ruilhandel te bedrijven en uitwisseling tussen stad en platteland gaande te houden. Revolutionairen hadden dit kunnen helpen te organiseren en uit te breiden. In plaats daarvan behandelde de Bolsjewistische/Communistische regering deze kleinhandel als speculatie, economische sabotage en dergelijke. Mensen die hiervoor veroordeeld werden, bevolkten al snel kampen en gevangenissen. Zo maakte de regering een moeilijke situatie nog erger, ten koste van boeren maar zonder dat proletariaat waar het bewind de mond vol van had, volle magen te helpen bezorgen. Als Kronstadt een protest was tegen dit type wanbeleid, dan was dat protest gewoon terecht.
Maar klopt dat verhaal van Kronstadt als steeds meer bemensd met boeren-matrozen eigenlijk wel? De gegevens zijn niet eenduidig. Historicus Paul Avrich citeert een verklaring van Petrisjenko, aanvoerder van de Kronstadt-opstand: ‘Drie kwart van het garnizoen van Kronstadt afkomstig waren uit de Oekraïne, waarvan sommigen gediend in de antibolsjewistische krachten in het zuiden voordat ze in de marine kwamen’.[1] Geschiedschrijver Israel Getzler zegt echter over de bemensing van de twee slagschepen/matrozenbolwerken Sebastopol en Petropavlovsk: ‘Van de 2028 matrozen waarvan het jaar van werving bekend is, zijn niet minder dan 1904 of 93,9 procent, in de marine gerekruteerd voor en tijdens de revolutie van 1917’[2] Ik kan het gelijk of ongelijk hier niet beoordelen. Er zal best vervanging hebben plaatsgevonden. Maar dat gebeurde dan niet ineens. Nieuwkomers hebben zich dan noodzakelijkerwijs gevoegd in bestaande politieke verhoudingen. Die waren in 1917 oververhit, doordrenkt van de noodzaak tot directe actie om de revolutie vooruit te duwen als de boel stagneerde. Die erfenis was in 1921 niet dood, ook al werd die deels door andere matrozen gedragen, en al waren de omstandigheden dramatisch veranderd.
Het is maar de vraag of de verlangens van ontevreden boeren de politieke inhoud van de opstand domineerden. Over die inhoud weten we iets. Er is de resolutie met eisen die ik al noemde.(3) Die eisen zijn illustratief. Eis 1, 2, 3 en 4 betreffen nieuwe verkiezingen voor de sovjet, pers- en meningsvrijheid van alle stromingen in de arbeiders- en boeren bewegingen, de vrijheid van vergadering en organisatie van van vakbond en boerenbeweging, vrijlating van politieke gevangenen van alle linkse stromingen. We lezen eisen, over het gelijktrekken van rantsoenen, eisen tegen de politieke gewapende dominantie van de Communistische partij en dergelijke. Het zijn vooral eisen over politieke vrijheid, gelijkheid en zeggenschap die alle arbeiders en boeren en matrozen aan gaan. Slechts twee eisen zou je ‘kleinburgerlijk’ kunnen noemen, als je wilt. Nummer dertien noemt ‘ het volledig vrije beschikkingsrecht over het land’ voor de boeren, maar ‘zonder gebruik te maken van loonarbeid’; eis 15: ‘Vrije handarbeid uit eigen arbeid toe te staan’.
Wat Kronstadt wilde was helder: arbeiders en boeren horen rechtstreekse zeggenschap te hebben over hun arbeid en hun leven. De strijd richtte zich tegen het machtsmonopolie van de Communistische Partij en eiste daarom ‘Alle macht aan de sovjets en niet aan de partijen’. Trotskisten maakten daarvan dat de Kronstedelingen ‘Sovjets zonder Communisten’ eisten. Een verdraaiing, en niet de enige. Ja, Kronstadt 1921 probeert het vaandel hoog te houden van het beste wat Kronstadt in 1917 ook al nastreefde: een bevrijdende revolutie van onderop. Ja, het verpletteren daarvan verstevigde het bewind, en liet tegelijk het contrarevolutionaire karakter van dat bewind zien.
Trotskisten hebben echter nog een laatste, zeer belangrijke troefkaart om de onderwerping van Kronstadt mee te rechtvaardigen. Stel, zeggen ze, dat Lenin en Trotski Kronstadt met rust hadden gelaten? Aan de overkant van de Baltische Golf lag Finland, geregeerd door rechtse nationalisten. Witte ballingen popelden om Kronstadt te helpen tegen de Bolsjewieken. Als het ijs gesmolten was, konden zij – en Franse en/of Britse en/of Finse schepen – Kronstadt bereiken, en van daaruit het wankele bewind dat net een burgeroorlog had overleefd opnieuw militair bedreigen. Lenin en Trotski hadden geen keus. Hadden ze Kronstadt niet verpletterd, dan was de opstand een bruggenhoofd geworden voor een nieuwe, waarschijnlijk fatale, ronde van Witte contrarevolutie. Het Communistische bewind was repressief en al aanzienlijk gecorrumpeerd, zo erkennen Trotskisten meestal wel. Maar alleen dat bewind hield de resten van de Russische revolutie overeind, wachtend tot revoluties elders de Russische revolutie te hulp zouden komen zodat die weer een betere kant op kon.
Juist dit argument trok mij in 1988 over de streep. Maar het klopt op een dubbele manier niet. In de eerste plaats: het klopt niet, zelfs waar het klopt. Het is mogelijk dat Kronstadt, als het met rust was gelaten door Trotski, inderdaad later zou zijn overgenomen door Witgardisten met Franse steun, dat dit het einde van het Russische bewind had ingeluid, en dat er dan een extreem-rechts reactionair bewind was gekomen in Rusland. Maar rechtvaardigt dat repressie tegen legitiem en terecht arbeiders- en boerenverzet? Zeg je dan in feite niet dat je de ene contrarevolutie steunt om een andere de pas af te snijden? Zijn we revolutionair geworden om tussen erge en nog ergere contrarevoluties te moeten kiezen?
Rechtvaardigde het feit dat reactionaire regimes gewapende oppositie konden steunen tegen Assad in Syrië, de meedogenloze onderdrukking die Assads regime meteen al in 2011 tegen elk protest lanceerde? Rechtvaardigde de kans dat opstandelingen tegen Khadafi in datzelfde steun zouden kunnen zoeken bij het Westen, de meedogenloze repressie tegen die opstandelingen, ruim voordat die Westerse steun het toneel domineerde? Kortom: is de kans dat een opstand een reactionaire macht in de kaart speelt, een rechtvaardiging om die opstand dan maar te verpletteren? Is het niet veel logischer om te kijken hoe je een opstand steun kunt bieden, zodat opstandelingen niet zo makkelijk in de armen van zulke krachten vallen? Elke opstand tegen regering X zal regering Y die ruzie met regering X heeft, al snel goed uit komen. Is daarmee een opstand tegen regering X daarmee bij voorbaat verkeerd als we regering Y niet willen?
Maar er is nog een veel dieper punt. Trotskisten framen het debat graag als: wat was het alternatief? Wat zou jij hebben gedaan als je in Trotski’s schoenen stond? Een voorbeeld geeft Pierre Frank, Trotskist, na de argumenten van critici te zijn langsgelopen: ‘Tenslotte moeten degenen die de bezwaren die we juist beantwoord hebben deze vraag beantwoorden: wat konden Lenin en Trotski gedaan hebben, wat hadden ze moeten doen, anders dan de rebellie neerslaan? Zouden ze het moeten hebben opgeven, de afstand hebben moeten doen van de macht? Zo niet, wat hadden ze dan kunnen doen?’(4)
Dit is de fundamentele valstrik! We kunnen natuurlijk antwoorden: ze hadden Kronstadt met rust kunnen laten. Of zelfs: inderdaad, ze hadden afstand van die macht kunnen en moeten doen – iets dat ik ook vind. Maar er ligt een fundamenteler antwoord onder de vraag verscholen: de vraag zelf is verkeerd gesteld, verkeerd geadresseerd. Dat Lenin en Trotski zulke dramatische beslissingen konden nemen, dat ze in de positie waren om Kronstadt al dan niet te verpletteren, daar ligt al een probleem. De hele vraag gaat uit van een foute vooronderstelling: dat Lenin en Trotski het recht hebben om wat dan ook over het lot van Russische boeren en arbeiders te beslissen. Alsof zij de rechtmatige eigenaars waren van de Russische revolutie! De echte vraag voor een revolutionair is niet wat ‘onze’ machthebbers te doen staat. De echte vraag is: wat staat ons – arbeiders, boeren, andere mensen in onderdrukte en onderworpen posities, en al degenen die hun en onze algehele bevrijding nastreven – zelf te doen? Misschien was de opstand van Kronstadt bij voorbaat vrijwel kansloos. Zolang de strijd nog niet gestreden is, weet je dat echter nooit helemaal zeker. En een rechtvaardiging voor repressie en staatsterreur is zoiets sowieso nooit.
Noten
1 Geciteerd in Pierre Frank, ‘Editorial preface’ , van: V.I. Lenin & Leon Trotski, ‘Kronstadt’ (Mew York, 1979), pag. 25
2 Israel Getzler, ‘Kronstadt 1917-1921: the Fate of a Soviet Democracy’, (Cambridge 1983). 207. (gevonden via Libcom.org)
3 Te vinden op allerlei plekken, ook bijvoorbeeld bij Getzlker. Ik heb echter gebruik gemaakt van ‘Kroonstad 1921 – De Derde Revolutie’, (Bussum 1982), pag. 50-51
4 Pierre Frank, ‘Editorial preface’ , van: V.I. Lenin & Leon Trotski, ‘Kronstadt’ (Mew York, 1979), pag. 35
Peter Storm