Anarchische toestanden

woensdag 29 januari 2025

Dit artikel schreef ik voor de Buiten de Orde (BdO), 2024, nummer 4, waar het al pakweg een maand staat te lezen. Die BdO heeft trouwens een eigen website waar je complete BdO’s als PDF kunt raadplegen. Ook dit nummer dus.

Ja, je leest het goed. Nee, het is geen tik-, taal- of schrijffout. Er staat echt ‘anarchische’ , en niet ‘anarchistische’ toestanden. En het onderscheid maak ik met reden.

Het vertrouwde woord ‘anarchistisch’ verwijst naar ‘anarchisme’, een -isme zoals je aan het woord kunt zien. Dat is doorgaans een concept, ideologie, theorie, een op die ideologie of theorie gebouwde praktijk. Dat anarchisme omvat doorgaans een kritische analyse waarop een verwerping van de heersende orde is gebouwd; een doel, een soort samenleving om naar te streven; en enig idee hoe we van die huidige orde vol overheersing en onvrijheid naar een wereld van vrijheid en solidariteit kunnen komen. Anarchisme is een kwestie van middelen, doelen en bewuste keuzes. Het is een streven.

Maar er is ook anarchie! Dat is geen doel, maar een toestand, een situatie, een gebeuren. Dat is er, dat kan zich ontwikkelen. Het kan worden nagestreefd en misschien zelfs verwezenlijkt. Het kan helaas ook weer verdwijnen, bijvoorbeeld als het streven ernaar met succes wordt tegengewerkt. Maar die anarchie zelf , hoe nastrevenswaardig ook, is niet het streven. Het is datgene waarnaar gestreefd wordt. En dat woordje ‘anarchisch’ – geen bedenksel hoor, gewoon een vertaling van het Engelse ‘anarchic’ – verwijst niet naar het streven. Het verwijst naar datgene waarnaar wordt gestreefd: die anarchie.

Die anarchie kunnen we omschrijven als een situatie zonder heerschappij, zonder overheersing, zonder dat de ene mens of groep mensen hiërarchisch boven andere mensen of groepen mensen of ook andere levensvormen staan, zonder instituties van hiërarchisch georganiseerde autoriteit die ons allemaal onderwerpen, onze uitbuiting mogelijk maken en ons tot middelen voor de doelen van hogergeplaatsten degraderen. Het is een situatie van vrijheid in gelijkwaardigheid en solidariteit. Een samenleving waar mensen hun behoeften en verlangens realiseren op basis van eigen autonome keuzes, in samenwerking met anderen waar zij dat willen. Het is een wereld van autonome personen, vrije associaties, wederkerige hulp. Het is een wereld zonder bazen, generaals, managers, hoofdbestuurders of wat voor autoriteitsfiguren dan ook. Een wereld zonder staat en kapitaal, zonder witte overheersing en patriarchaat en noem maar op. Bekend terrein in de anarchistische gedachtewereld.

Maar niet alleen daar! Anarchie in bovengenoemde zin is helemaal geen anarchistisch bedenksel. Samenlevingen zonder uitgekristalliseerde stelsels van autoriteit, zonder staat en oppermachtig privébezit en zonder de systematische ongelijkheden die feodalisme, kapitalisme en andere als beschaafd getypeerde maatschappijen… zulke samenlevingen zijn niet alleen ouder dan kapitalisme, feodalisme, en eerder al Romeinse slavenhoudersmaatschappijen en Chinese keizerrijken en zo meer. Samenlevingen zonder gecentraliseerde en systemische autoriteiten kwamen door heel de geschiedenis voor, ook naast genoemde en andere autoritaire systemen en rijken. Het kostte die autoriteiten en rijken vaak de grootste moeite om zulke samenlevingen te onderwerpen en te vernietigen. Lang niet altijd slaagden ze, en lang niet altijd was de overwinning van de autoriteit van permanente aard.

Mensen hebben in de geschiedenis allerlei stelsels van samenleving en bestuur gevormd. De staat was daar slechts een van. Andere hiërarchisch autoritaire stelsels kwamen ook voor, vorstendommen bijvoorbeeld waarin geen uitgekristalliseerd staatsapparaat gehoorzaamheid afdwong, maar de vorst wel gewapende handlangers had om gezag uit te oefenen. Maar hoe meer we te weten komen over de ‘prehistorie’(1), hoe meer we zien dat stelsels zonder staat, stelsels van relatief egalitair georganiseerd zelfbestuur, heel gangbaar zijn geweest door de eeuwen heen.(2) Pas de laatste eeuwen is dat radicaal veranderd. Dat ging doorgaans hoogst onvrijwillig., met het grofste koloniale geweld.

Nu zijn samenlevingen zonder staat en aanverwante autoritaire instituties daarmee niet volkomen vrij. Er zijn vaak informele ongelijkheden werkzaam, vaak op basis van religieuze tradities, vaak ook op basis van leeftijd: ouderdom is een oeroude basis voor autoriteitsclaims. Het zou verkeerd zijn om elke staatloze en relatief egalitaire samenleving als een zuivere anarchie te duiden. Maar ze vertoonden er nadrukkelijk de aspecten van, en heersten zogezegd – daar komt die weer – hoogst anarchische toestanden. Die anarchische toestanden horen bij de menselijke geschiedenis. Ze zijn veel en veel ouder dan het anarchisme als bewust streven, als ideologie, als revolutionaire beweging, als stroming zoals die in de negentiende eeuw opkwam, met voorlopers in de zeventiende en achttiende eeuw. Precies daarom noem ik ze anarchisch – toestanden zonder heerschappij – en niet anarchistisch – toestanden die voortvloeien uit het anarchistisch streven. Weliswaar streven anarchisten naar zulke toestanden. Maar de toestanden bestaan gelukkig maar al te vaak zonder dat er ook maar een enkele anarchist bezig is geweest om zulke toestanden in het leven te roepen.

Anarchische toestanden zie je niet enkel in het al dan niet verre verleden. Ze zijn overal te vinden in het dagelijks leven, zelfs in deze door autoriteit gedomineerde en geterroriseerde maatschappij. Burenhulp: geen gezag vertelt jou dat je de plantjes van de buurvrouw water geeft als ze dat vraagt. Geen gezag vertelde die buurvrouw dat ze jou koffie gaf toen de buurvrouw daarom vroeg toen jouw koffie op was en de winkel al dicht. Wederkerige hulp waarbij niemand de ander orders geeft of omkoopt. Mensen die samen in een punkband, jazz-ensemble of strijkkwartet zitten: zelf doen, samen doen. Geen chef die nodig is om jou te vertellen wat je speelt, hoe, of wanneer. Een vriendengroep die regelmatig samen naar de kroeg of de film gaat: alweer, welke kroeg of welke film maken de leden van die groep uit, en niemand anders. Heel veel leuke en belangrijke dingen in het leven gaan op deze manier: in vrijheid en overleg tussen in principe gelijkwaardige mensen. Het zijn informele vormen van zelfbestuur en vrije associatie. Het zijn anarchische toestanden, anarchische praktijken, en alweer is er doorgaans geen anarchist in de buurt om mensen tot zulke praktijken aan te sporen.

Anarchische toestanden zie je vooral ook in sociale strijd. In opstanden, revoltes, revoluties, noem maar op, duikt de anarchie keer op keer op, in allerlei vormen. Waar mensen met voldoende in opstand komen tegen de gevestigde orde, verliest die orde haar greep. De politie trekt zich terug uit straten en wijken als er voldoende politiewagens en politiebureaus in vlammen zijn opgegaan en als agenten voldoende klop hebben gekregen van grote aantallen woedende demonstranten. Het oude gezag is weg. En er is niet automatisch een nieuw gezag. De straten zijn in handen van de opstandige menigten. Soms duurt dat een uur of twee, op en om het Rokin in Amsterdam dit voorjaar na de ontruiming van een UvA-campus waar studenten en anderen gebouwen hadden bezet uit solidariteit met Palestijnen. Soms duurde zoiets weken, zoals in 2019 in Chili nadat jonge mensen in opstand waren gekomen tegen de neoliberale staat nadat die de metroprijzen had verhoogd. Repressie, maar vooral de belofte van de regering dat er een referendum over een nieuwe grondwet zou komen, waren toen de wapens waarmee het gezag haar greep wist te herstellen tegenover de anarchie die zich op de straten van Santiago had weten te ontplooien.

Soms organiseert de anarchie zich verregaand. Dan krijg je zelf-georganiseerde anarchische toestanden. Toen in 2019 mensen in Soedan begonnen te demonstreren nadat het brood weer eens duurder werd, bundelden actievoerders zich in Resistance Committees, verzetscomités, die demonstratie-oproepen verspreidden, onderling activiteiten coördineerden en mensen in nood o0ndersteuning en hulp boden. Dit waren en zijn vormen van zelfbestuur die tegenover en buiten het staatsgezag functioneerde. De demonstraties groeiden uit tot een revolutie die in april 2020 dictator Bashir omver wierp. Ook in de periode daarna – eerst met een overgangsregering, vervolgens een militaire staatsgreep, en nu een wrede burgeroorlog tussen het leger en een zwaarbewapende militie – bleven de Resistance Committees werkzaam, om slachtoffers van repressie en geweld te helpen en iets van een alternatief tegenover de twee reactionaire gewapende machten in leven te houden. Een anarchische organisatievorm is het, een vorm van zelfbestuur.

Anarchische toestanden zie je ook in vrolijker vormen. Toen demonstranten in 2022 in Sri Lanka het presidentiële paleis bestormden in een opstand tegen een neoliberale, autoritaire regering, verschaften zij zich toegang tot het presidentiële zwembad. Triomfantelijk maakten ze daar een vreugdevol gebruik van, geen autoriteit die het hun belette. Een hoogst anarchische toestand, net als toen in de zomer van 2024 demonstranten in Kenia het parlementsgebouw bestormden. Of er in beide prachtige episodes anarchisten betrokken waren, weet ik niet. Maar voor het op gang krijgen van dit soort vreugdevolle toestanden zijn die ook helemaal niet nodig.

Burenhulp, muziekgezelschappen, vriendengroepen, menigten op van politie bevrijde straten, zelf-georganiseerde verzetscomités, zwempartijen in presidentiële zwembaden: anarchische toestanden zijn helemaal niet zeldzaam. En ze zijn immens waardevol en veelal ook vreugdevol. Elkaar helpen is toch mooier dan alles moeten kopen voor geld waarvoor je eerst voor een baas moet werken? Zelf leuke dingen doen en mooie dingen maken voor ons plezier is toch veel aardiger dan werk verrichten voor zo’n baas? Gratis en ongeoorloofd zwemmen is toch veel leuker dan met toestemming en tegen betaling? En hoe grimmig en riskant straatgevechten met oproerpolitie vaak ook zijn, de vrijheid die mensen beleven in de strijd, als politie zich terug trekt en de straten aan de opstandelingen overlaat… er zit in dit soort opstanden niet alleen een anarchische dynamiek, het is tegelijk ook een feestelijke toestand. Hoe dan ook, er gaat niets boven zelf doen/ samen doen. Anarchisten heb je er ook niet voor nodig. Het verlangen naar een vrij leven woont in iedereen en het is in allerlei anarchische toestanden dat dit verlangen een vorm vindt en een weg baant.

Als anarchisten niet noodzakelijk zijn om to0estanden van anarchie op gang te brengen, zijn anarchisten dan overbodig in de strijd voor een vrije wereld? Die conclusie gaat te ver. Anarchische toestanden kom je weliswaar overal en nergens tegen en een anarchische dynamiek verschijnt in elke serieuze opstand tegen de gevestigde orde. Maar zelden bepalen anarchische toestanden de hele gang van zaken in de maatschappij: ze bestaan in de ge4vestigde orde, als een soort van contrapunt tegenover de autoriteit. En zelden zetten de anarchische toestanden in een opstand zich zodanig door dat de anarchie een permanent karakter krijgt. Na het verdrijven van de oude macht vestigt zich een nieuwe macht. De autoriteit als zodanig verandert van gezicht, maar verdwijnt dan niet. Anarchische toestanden zijn onuitroeibaar, maar tegelijk hoogst cvergankelijk. Het is alsof de macht, linksom of rechtsom, altijd wint. En daarom zijn er anarchisten nodig.

Anarchie is niet door anarchisten bedacht. Anarchische toestanden zijn niet door anarchisten uitgevonden. Maar anarchisten zijn wel degenen die het belang van anarchie en bijbehorende toestanden inzien en weten te benoemen. Je zou het anarchisme als maatschappijkritische en revolutionaire stroming kunnen zien als een project van herontdekking van wat al heel; lang bekend is, maar vooral in Europa en Noord-Amerika nogal is verwaarloosd, veronachtzaamd en vergeten. Vaak, in de geschiedenis, in staatloze gemeenschapsvormen, in veel inheemse gemeenschappen, in dorpsgemeenschappen waar de greep van heersers slechts heel beperkt was, leefden mensen als vanzelfsprekend in een relatieve vrijheid die ingebed was in wederkerigheid en solidariteit. Juist het moderne kapitalisme – ja ook in de roodgevlagde variant – heeft dat steeds effectiever kapotgemaakt en naar de marge proberen te verbannen, met grof geweld en met steeds effectiever manipulaties.

Anarchistische – niet louter anarchische! – kritieken kwamen wellicht juist in Europa op om dat juist daar de anarchische realiteit het meest verregaand werd vernietigd door een alomvattend systeem van samenhangende autoritaire stelsels en instituties. Daar was dus de meest radicale breuk met die autoritaire realiteit nodig. Voor veel inheemse gemeenschappen was en is egalitair en solidair samenleven de gangbare, algemeen aanvaarde norm. Natuurlijk respecteer je heel het leven! Natuurlijk help je elkaar! Natuurlijk laat je niemand van de gemeenschap van de honger omkomen! Natuurlijk los je de problemen van de gemeenschap samen op! Anarchisten hoeven zulke principes helemaal niet te verzinnen. Die waarheden bestonden immers allang. Maar juist in wat de Westerse beschaving wordt genoemd, waren deze waarheden nogal ondergesneeuwd. Anarchisten leveren een bijdrage waar ze deze waarheden onder het puin vandaan weten te halen en op basis daarvan een streven helpen ontwikkelen naar een maatschappij die in het verlengde van die waarheden ligt, en die geen opgelegde autoriteiten nodig heeft om te kunnen functioneren.

Die bijdrage – niet die van uitvinders, maar wel van herontdekkers en promotors van de anarchie – kan in opstanden en revoluties wezenlijk verschil uitmaken. We zagen hoe anarchische toestanden – beginnetjes van zelfbestuur, straten bevrijd van politie – van zulke opstandigheid heel vaak een onderdeel zijn. Maar ze zien ook keer op keer dat die anarchische toestanden tijdelijk zijn. Mensen komen in opstand, verdrijven de politie, doen wat ze willen op straten en wijken waar ze in menigten de zeggenschap hebben overgenomen, beginnen soms bedrijven en wijken in zelfbestuur te nemen, om ervoor te zorgen dat mensen te eten en drinken hebben ook waar staat en bedrijfsleven zijn stilgevallen. Maar tegelijk wachten mensen dan veelal … op een nieuwe autoriteit die hun dit werk weer uit handen neemt.

Je ziet dat mensen in opstand stukken vrijheid veroveren en anarchische toestanden scheppen… maar intussen bijvoorbeeld nieuwe verkiezingen eisen waarmee de gehate en verdreven regering netjes vervangen kan worden, waarna de anarchische toestanden weer kunnen worden opgedoekt. Wat mensen bewust willen – de vervanging van een slechte regering door een wat betere – is heel vaak niet hetzelfde als wat mensen intussen – ook bewust, al is men zich dat niet altijd bewust… – aan het doen zijn: een wereld opbouwen van zelf doen en samen doen, een vorm van samenleven waar je geen regering en geen management meer voor nodig hebt. Die twee dingen staan haaks op elkaar. Vroeg of laat wijkt de anarchische dynamiek voor de vestiging van ween nieuwe autoriteit, of voor het herstel van de oude.

Precies hier kan de anarchist iets nuttigs bijdragen! Waar de toestanden anarchisch zijn, kan de anarchist zeggen: waarom gaan we niet op deze voet verder? Waarom breiden we dit niet uit/ Waarom maken we van de vrijheid in saamhorigheid niet het organiserend principe van een andere wereld? Waarom verjagen we de politie niet uit de hele stad? Uit het hele land? Waarom maken we de beginnetjes van zelfbestuur in bedrijf en buurt niet tot iets permanents? Waarom zouden het geen bouwstenen kunnen zijn van een wereld zonder bazen? Waarom zouden we de enorme vrijheid, de stukken collectieve en individuele zelfbeschikking die we in de strijd gewonnen hebben, weer weggeven via nieuwe verkiezingen aan autoriteiten die weliswaar nieuw zijn maar langs dezelfde lijnen werken als de oude die we zojuist met zoveel moeite hebben verjaagd? Vanuit deze vragen kunnen anarchisten verder gaan en daadwerkelijk helpen bouwen aan een vrije en solidaire wereld en op basis van al die anarchische toestanden daadwerkelijk anarchistische doelen dichterbij brengen.

Noten:

(1) ‘Prehistorie’ is een onzinnig woord, maar omdat mensen wel weten wat er mee wordt bedoeld gebruik ik het toch maar even. Het is een onzinnig woord: het verwijst naar de geschiedenis van ene tijd waar mensen nog niet van het schrift gebruik maakten. Alsof die geschiedenis niet echt ook historie is enkel en alleen omdat mensen zonder zulk schrift leefden.

(2) David Graeber en David Wengrow, ‘Het begin van alles – een nieuwe geschiedenis van de mensheid’ (Amsterdam, 2022) geeft tal van voorbeelden van staatloze samenlevingen die in betrekkelijk egalitaire verhoudingen en een verregaande vrijheid leefden. Op de analyse valt best wat aan te merken, zo denk ik, kennelijk in tegenstelling tot de auteurs, dat een zoektocht naar de oorsprong van het fenomeen ‘staat’ best zinnig is. Maar daarvoor hebben dan Peter Gelderloos, ‘Worshipping Power – An anarchist view of early state formation’ (Chico/Edinburgh, 2016)

Peter Storm