Over fascisme en antifascisme: wat gedachten

maandag 27 januari 2025

Onderstaand stuk schreef ik ongeveer een week geleden voor Konfrontatie. Daar is het vrijwel direct geplaatst en dus al dagen te lezen. Intussen was ik zelf een kleine week weg, vandaar dat plaatsing op mijn eigen website pas op 27 januari 2025 is gedaan.

Trump terug in het Witte Huis, bezig de VS van een fascistisch beleid en bestuur te voorzien.. Meloni al tijden premier in Italië. Schoof en Wilders in en achter het Nederlandse kabinet. AfD-fascisten in Duitsland op weg naar dreigende verkiezingswinst. Herbert Kick en zijn extreem-rechtse FPÖ toch bezig een kabinet te formeren nadat die partij de grootste werd (overigens bij lange na geen absolute meerderheid), maar pas aan zet kwam nadat andere partijen er niet in slaagden aan coalitie zonder FPÖ in elkaar te sleutelen. President Milei van Argentinië, al meer dan een jaar bezig alles wat sociaal en collectief is aan beleid en bestuur, te bedreigen, aan te vallen, te slopen.

We beleven een griezelige opkomst van extreem en fascistisch rechts.. Niet overal ligt het fascisme er even dik bovenop. Maar geen van de gevallen die ik noemt valt nog gewoon onder traditioneel mainstream rechts – tenzij we bedoelen dat fascisme intussen mainstream is geworden, waar helaas nogal wat in zit.

Het is zaak dat linkse een radicale mensen zich schrap zetten. De rechtse wind blaast ons anders omver. Het is zaak dat linkse en radicale mensen zich ook bezinnen: wat nu? En als onderdeel daarvan: hoe heeft het zo ver kunnen komen? En in het verlengde daarvan: hoe ontwikkelen we wijzen van aanpak om de fascisten terug te dringen?

Dit artikel gaat die vragen niet uitputtend beantwoorden, al was het maar omdat zoiets door geen enkel persoon afzonderlijk, in geen enkel los stukje op zichzelf, kan worden gedaan. Een paar punten wil ik wel graag maken.

Een eerste punt is dit: de dreiging gaat niet vanzelf weer weg. Elk idee dat de diverse fascistenclubs – aan de macht of op weg naar de macht – zichzelf onschadelijk maken door incompetentie, onderlinge ruzies of omdat mensen er na vier jaar wel genoeg van hebben en bijvoorbeeld Trump weer wegstemmen, is letterlijk levensgevaarlijk.

Fascisten aan de macht gaan het politieke bestel zodanig verbouwen en de greep op media zo uitbreiden dat de mogelijkheid om ze net zo makkelijk weer weg te sturen via de stembus bepaald niet gegarandeerd is. Daarop rekenen is bouwen op drijfzand.

Ruzie in fascistenland is eerder regel dan uitzondering. De redenen zijn simpel. Fascisme gaat om uiterst gecentraliseerd leiderschap door een enkele persoon die als redder des vaderlands absolute macht nastreeft en tracht uit te oefenen. De vraag wie die ene leider is, is van te voren lang niet altijd duidelijk – en felle conflicten tussen kandidaat-Führers zijn een methode om die vraag beantwoord te krijgen. Verder werken dit type leiders vrijwel zonder uitzondering via het verlenen van gunsten aan hun vazallen, waarbij de ene tegen de ander wordt uitgespeeld terwijl de leider zelf de lakens blijft uitdelen. Zo mochten Goering en Goebbels, Heidrich en Frank eindeloos met elkaar kibbelen, Himmler en Kaltenbrunner eindeloos met elkaar touwtrekken en de gunst van Hitler zoeken, terwijl die laatste natuurlijk de dienst uit maakte terwijlk die nu de een en dan weer de ander van zijn satrapen zijn zin gaf of leek te geven.. Zo hoorden we al voor Trump de eed aflegde alweer van ruzie tussen Steve Bannon en Elon Musk, hetgeen de macht van Trump als opperste scheidsrechter niet bedreigt maar juist onderstreept.

Ruzie in de extreem-rechtse top is ene fascistische bestuursvorm, geen bedreiging voor fascistische heerschappij. En wie echt denkt dat zulk geruzie tussen fascisten voordat ze aan de macht zijn, hun machtsgreep wel zal voorkomen, raad ik aan om eens te kijken naar de opkomst van de Nazi-partij van Hitler tussen 1920 en 1933, haar interne ruzies en zelfs scheuringen, en het eindeloze gekibbel tussen deze partij en een hele reeks andere fascistenclubs, lang niet allemaal even gewichtsloos ook al is vrijwel iedereen ze sindsdien vergeten omdat Hitlers club ze allemaal heeft opgeslokt of weggeduwd. Het is precies ook in dit geruzie en gekonkel dat de fascisten de messen scherpen, uitvinden wat werkt en niet en wie kans maakt op uiteindelijk de macht te grijpen. Fascistenruzies zijn soms vermakelijk om te zien. Een strategie die er op rekent dat zulk geruzie ze wel fataal zal worden zodat we enkel de popcorn kunnen pakken en lui geamuseerd toekijken, is ene strategie die onze nederlaag bij voorbaat zo goed als garandeert. Al dit geruzie is geen storend foutje, maar een systeemkenmerk. Het is dus aan antifascisten om fascisten terug te helpen slaan, want zichzelf uitschakelen en vanzelf verdwijnen gaan ze niet doen. De vraag is dan weer hoe.

Je hoort in linkse kringen nogal eens het idee dat we daarvoor de sociaal-economische zorgen van mensen serieus moeten nemen en laten zien dat fascisten wel de onvrede bespelen maar sociale oplossingen juist blokkeren en dus hoe dan ook hun supporters vroeg of laat teleurstellen. Als wij in linkse bewegingen keer op keer duidelijk te maken dat wij de zorgen van mensen niet alleen serieus nemen, maar ook nog samen aan sociale oplossingen werken, dan winnen we een deel van de Trump-kiezers, de Wilders-stemmers en noem allemaal maar op, voor een links en radicaal alternatief.

De gedachtegang bevat goede elementen, maar berust op een zeer wezenlijke denkfout. Ja, er zijn – bij de achterban van rechts maar vooral ook ver daar buiten – heel veel mensen ontevreden om sociaal-economische redenen. Een steeds kariger zorg waar je steeds langer op moet wachten en steeds meer voor moet betalen. Woonruimte die onbetaalbaar is, en waarvoor je je halve leven op een wachtlijst moet staan. Wegens bezuinigingen uitgeklede publieke voorzieningen, wegens winstbejag laag gehouden lonen voor slopend flexwerk. Een verregaand ondermijnde bestaanszekerheid. Ondernemersdruk, en ondernemersvriendelijke rechtse politiek, dragen hiervoor verantwoordelijkheid. Maar wat doorgaat voor linkse politiek heeft amper weerwoord en gaat – al decennia lang – mee in het ondernemersvriendelijke marktgerichte verhaal. Mensen zijn dus niet alleen ontevreden, ze zien wat ze kennen als links maar al te vaak – en terecht! – als deel van het probleem, als een politiek die hen in het verdomhoekje duwt en ze daar houdt ook.

Een serieuze, linkse, radicale aanpak bestaat uit het afwijzen van het hele marktgerichte en ondernemersvriendelijke verhaal, en samen opkomen voor collectieve voorzieningen – zorg, huisvesting, onderwijs, openbaar vervoer – en voor onze uitkeringen en lonen. En in dit soort verzet kunnen we maar beter zij aan zij staan en voor elkaar opkomen, wat onze gender, seksuele oriëntatie, huidskleur, religieuze en nationale identiteit en onze herkomst ook mag zijn. Solidariteit! Dat is allemaal rechtvaardig, goed en nodig, of er nu fascisten actief zijn of niet. Maar is het ook een bruikbare manier om mensen weg te halen uit de fascistengreep en ze alsnog naar links te helpen bewegen? Moeten we ons wel zo richten op het overtuigen van fasco-supporters om naar links te komen? Moeten we niet eerder de fascisten, inclusief hun bredere aanhang, koste wat kost de weg versperren? Allebei, gecombineerd of op verschillende momenten en in verschille3nde situaties meer het een en meer het ander? Hoe dan?

Laten we nog eens naar die ontevredenheid kijken. Het idee dat armere mensen, ook armere witte mensen, ontevreden zijn vanwege wooncrisis en zorgcrisis en bestaansonzekerheid is op zichzelf niet onwaar. Maar daar volgt geenszins uit dat mensen achter fascisten aan lopen – via de stembus, op straat… – omdat ze daar echt van verwachten dat die zorg, huisvesting en bestaanszekerheid gaan brengen. Er volgt dus ook niet zomaar uit dat wij als linkse radicale mensen de strijd van fascisten gaan winnen door ons beter, oprechter voor collectieve voorzieningen en bestaanszekerheid in te zetten dan fascisten dat doen. We winnen de race met fascisten niet door enkel een wedloop met ze aan te gaan in sociaal en solidair zijn. We doen ons best om solidair en sociaal te zijn – en die strijd en de resultaten ervan samen te besturen als gelijkwaardige deelnemers – omdat zoiets juist en goed is. Dat is de hoofdreden voor dit soort prioriteiten. Maar verwachten dat de PVV-achterban op die basis wel weer naar ons komt, is daarmee echter helemaal niet gegeven.

Er is namelijk nog iets aan de hand met veel van de ontevreden mensen die fascisten steun verlenen. Ze zijn niet alleen ontevreden. Ze zijn vaak volstrekt cynisch over de mogelijkheid dat collectieve voorzieningen en bestaanszekerheid serieus verbeterd zouden kunnen worden. Ze geloven er allang niet meer in. Ze vertrouwen mainstream rechts niet, ze beschouwen mainstream links als verraders, en hoop op een alternatief waarmee ze het veel echt beter krijgen, hebben ze feitelijk niet. Waar ze troost aan ontlenen is: andere mensen hebben het nog zwaarder dan ik, ik ben beter af dan zij. En daar zou de aantrekkingskracht van het fascisme voor deze mensen wel eens kunnen zitten.

Journalist George Monbiot omschrijft waar het bij veel Trump-aanhangers en dergelijke om gaat en ziet onder ogen waar de schoen wringt. ‘ Dit is de ontdekking van de conflict-ondernemers, geleid door Musk zelf: wat telt in de politiek is niet hoe goed mensen het hebben, maar hoe goed ze het doen in verhouding tot aangewezen groepen outsiders’. Die conflict-ondernemers, dat zijn dus die extreem-rechtse kopstukken en strategen. Even verderop: ‘Maga-fanatici, opgezweept door de razernij van haat op X en andere pro-Trump-media, winnen wellicht niets bij het presidentschap van Trump behalve de bevrediging van het toebrengen van pijn. Maar deze kleine prijs is voldoende om hun absolute loyaliteit te garanderen.’

Dat is het mechanisme: de fascist wijst doelwitten aan, mensen die als object van haat dienst mogen doen. En de aanhangers van de fascisten verheugen zich dan in het leed dat die doelwitten wordt aangedaan, als trieste genoegdoening voor het eigen trieste leven. Want de omschrijving die Monbiot geeft van de Maga-aanhangers (Maga: Make America Great Again, die leus van Trump), gaat in hoge mate ook op voor de Wilders-supporters en voor de aanhangers van zoveel van die fascistendemagogen.

Het fascisme wijst die anderen aan: ‘de asielzoekers’, ‘de buitenlanders’, ‘de moslims’, plus alles en iedereen die ze als ‘woke’ – want niet hetero en niet macho en niet koloniaal en niet nationaal – kunnen wegzetten. Het fascisme belooft witte mensen dat de sociale ellende nog veel harder neerdaalt op zwarte mensen dan op henzelf, het fascisme belooft hetero cis mensen dat repressie en uitsluiting vooral queer mensen zal treffen en niet zozeer henzelf. Het fascisme biedt een soort plaatsvervangende bevrediging via het leed van anderen, waardoor het eigen leed als iets minder ondraaglijk wordt beleefd.

Er is dus sprake van herverdeling, niet van rijkdommen en niet van zeggenschap maar van leed. Dat leed – repressie, armoede, uitsluiting, van staatswege toegebracht geweld – wordt herverdeeld, weg van de witte mensen. in de richting van mensen met donkere huidskleur, weg van de cis/hetero mannen, in de richting van niet-mannen, vooral ook van mensen met andere seksuele en/of genderoriëntaties, weg van de mensen van de dominante nationaliteit in de richting van mensen van andere nationale achtergronden. Iemand heeft eens gezegd: Trump-kiezers zoeken geen oplossingen, ze willen slachtoffers. Ik denk dat dit de spijker op zijn kop is, en dat dit niet alleen geldt voor kiezers van Trump.

Wat wij hier als antifascisten mee kunnen, met dit – volgens mij best essentiële – inzicht in de aard van de extreem-rechtse supportbase? Moeilijke vraag. Maar dat deze mensen zomaar te winnen zijn door een wervend verhaal over samen vechten voor collectieve en gelijke rechten, waag ik te betwijfelen. Dat verhaal – en de bijbehorende praktijk – is onmisbaar, ik herhaal het nog maar eens. Maar heel veel van de rechtse haters zullen vooralsnog rechtse haters blijven, vermoed ik, ook als we ze keer op keer met dit verhaal bestoken. Die zullen we gewoon keer op keer moeten blijven tegenhouden waar ze zich maar manifesteren.

Pas als er een breder levend herstel komt van het besef dat mensen zelf samen hun wereld kunnen vormgeven, pas als dat gevoel dat er nu eenmaal niets aan de ellende te doen is wordt doorbroken, verliest die desperate behoefte om eigen leed als het ware over te hevelen naar als doelwit aangewezen groepen mensen hopelijk zijn toxische greep. Maar simpelweg pleiten voor sociale oplossingen van problemen en er op wijzen dat fascisten die sociale oplossingen niet gaan brengen, is als antifascistische strategie verregaand ontoereikend. En dan zeg ik het nog voorzichtig.

Noten:

(1) ‘Radicaal-rechtse FPÖ krijgt in Oostenrijk opdracht regering te vormen’, NOS, 6 januari 2025, https://nos.nl/artikel/2550739-radicaal-rechtse-fpo-krijgt-in-oostenrijk-opdracht-regering-te-vormen

(2) George Monbiot, ‘Trump and Musk have launched a new class war. In the UK, we must prepare to defend ourseves’, The Guardian, 19 januari 2025, https://www.theguardian.com/commentisfree/2025/jan/19/donald-trump-elon-musk-class-war-uk-us-oligarchies-democracy

Peter Storm