Voor een anti-speciesistisch anarchisme
woensdag 19 januari 2021
Onderstaand artikel schreef ik voor de Buiten de Orde, 2021, nr. 4 waar het intussen al eventjes staat te lezen.
Anarchisme betekent minimaal: het afwijzen van elke vorm van onderdrukking en tegen elk hiërarchisch stelsel, om die onderdrukking en dat hiërarchische stelsel te vervangen door een samenleving van vrije en gelijkwaardige mensen. Dat betekent bijvoorbeeld dat de staat, het kapitalisme, het patriarchaat in al haar vormen – vrouwenonderdrukking, transhaat, homohaat, noem maar op – kolonialisme en witte suprematie, met alle vormen van nationale overheersing, uitsluiting en racisme… dat al die zaken onze afwijzing en bestrijding verdienen en ook krijgen. Hetzelfde geld voor validisme: onderdrukking op basis van ziekte, beperking of ‘afwijking’ van ‘de norm’. Let op die aanhalingstekens. Ik ben autist, ik accepteer niet dat autisme gezien wordt als afwijking. En ‘de norm’ is de vijand. Vandaar dat ik die woorden woord tussen aanhalingstekens zet.
Is daarmee de afwijzing van hiërarchische onderdrukkingsstelsels compleet? Is ons doel enkel een samenleving van vrije en gelijkwaardige mensen? Naar mijn mening niet. Fundamenteel voor het overleven van het leven op aarde is de afwijzing van de onderwerping van de niet-menselijke natuur aan de menselijke maatschappij. Waar ‘de mens’ – doorgaans voorzien van staten en uitbuitingsmechanismes – ‘ de natuur’ onderwerpt, wordt het leven gesloopt en lopen we allemaal gevaar. Waar mensen zich boven de natuur verheffen, waar hiërarchie bestaat tussen ‘de mens’ en ‘de natuur’, daar zal dit hiërarchische principe ook de menselijke maatschappij kenmerken. Murray Bookchin zag hier scherp. Onderwerping houdt geen halt bij de grens tussen mens en natuur. Tem dieren, en je temt al snel ook mensen. Gebruik de natuur als winstgevende hulpbron, stook alle fossiele brandstoffen daarom maar op, kap de regenwouden maar, en spoedig verzuipen en verschroeien we allemaal. Waar de natuur de klos is, zijn wij uiteindelijk ook de klos.
Maar laten we dat ‘wij’ niet te beperkt opvatten! Het gaat er niet alleen om dat mensen snappen dat zonder de niet-menselijke natuur ook ons voortbestaan als mens en als samenleving van mensen gevaar loopt. Het gaat erom dat we het niet-menselijk leven respecteren en waarderen als inherent waardevol, en niet in de eerste plaats als nuttig voor ons, mensen. De niet-menselijke natuur staat niet beneden ons, wij zijn geen ‘heersers der schepping’. Evenmin is deze wereld zomaar ‘ours and ours alone… to master and to own’, zoals dat prachtige lied Solidarity Forever het formuleert. Tenzij we de categorie van ‘ours and ours alone’ heel ver verbreden! Bij ‘wij’ en ‘ons’ horen dan de niet-menselijke levende wezens, en de natuur als zodanig.
Ik zou er dan ook voor willen pleiten dat we gelijkwaardigheid tussen menselijke en niet-menselijke levensvormen bevestigen als een van de doelen van het anarchisme. Daarbij hoort een afwijzing van speciesisme. Met ‘speciesisme’ wordt discriminatie en onderdrukking op basis van soort (‘species’) bedoeld. Die onderdrukking is verkeerd. Wat mij betreft is anti-speciesisme een noodzakelijk onderdeel van het anarchisme, en daarmee bijvoorbeeld ook van de uitgangspunten van de Vrije Bond.
Nu weet ik dat mensen qua capaciteiten machtiger zijn dat bijvoorbeeld muizen. Antispeciecisme ontkent niet de verschillen in eigenschappen tussen soorten. Antispeciesisme ontkent dat de ene soort meer waard is dan de andere soort. Meer in het bijzonder ontkent antispeciesisme dat de menselijke soort verheven is boven alle andere soorten, en dat mensen aan die superioriteit dus rechten jegens andere (leden van) diersoorten kunnen ontlenen, zoals het recht om dieren op te sluiten, leeg te melken, af te maken, in netten te vangen, met kogels te doorboren en op te eten.
Voor zover mensen het ‘recht’ hebben een dier te doden – uit levensnoodzaak, uit zelfverdediging – dient dat recht gepaard te gaan met wederkerigheid: een dier heeft op diezelfde basis het ‘recht’ om een mens te doden uit levensnoodzaak. Ik snap dat wolken sprinkhanen oogsten opvreten en daarmee boeren de dood in jagen. Dat die boeren de sprinkhanen bestrijden, is gewoon zelfverdediging. Ik zet het woord ‘recht’ hierboven trouwens nadrukkelijk tussen aanhalingstekens: rechten is een begrip waarvoor je een rechtsverlenende en rechtshandhavende instantie nodig hebt. Dat is in de praktijk maar al te gauw de staat. Ik pleit dus niet voor ‘dierenrechten’, ik pleit voor de erkenning van niet-menselijke dieren als inherent gelijkwaardig aan menselijke dieren. Ik pleit voor een afwijzing van de onderwerping van de niet-menselijke natuur door ‘de mens’. Dat behelst trouwens dus niet-menselijke dieren, maar ook planten. Ook die kunnen we niet zomaar als ding behandelen. Ook daar gaan we maar beter met enig respect mee om, ook als we ze als bron van voeding niet kunnen missen.
Doden uit levensnoodzaak is dus niet waar het antispeciesistische bezwaar zich tegen richt. Maar veehouderij, jacht en visserij buiten de context van bevolkingen voor wie dit levensnoodzaak is, plezierjacht- en visserij, getuigen van een speciesistische, onderdrukkende houding jegens de niet-menselijke natuur, jegens dieren die niets minder zijn dan jij en ik. Deze speciecistische houding is wat mij betreft met het anarchisme zoals ik dat zie in strijd. Ik zou graag zien dat ook de Vrije Bond zich in deze zin uitspreekt.
Nu heb ik een eerdere versie van dit stuk ter discussie aan het Vrije Bondscongres voorgelegd, en discussie is er geweest. Dara heb ik ook weer van geleerd. Vandaar dat je hierboven een expliciete afwijzing van dat begrip ‘dierenrechten’ vindt: mensen dachten dat ik me op dat concept baseerde, en dat is dus niet het geval. Er kwamen in de discussie nog enkele andere punten naar voren.
Nog iets. Dit is nadrukkelijk geen pleidooi om allemaal veganist te worden, en al helemaal niet om veganisme te verlangen van alle leden van de Vrije Bond. Dat laatste zou met een ouderwets woord gewoon knechting zijn, dwang, opgelegde autoriteit. Bovendien: velen van ons, ik ook, zijn dat al. Anderen kiezen daar hopelijk alsnog voor. Wie dat niet doet, zal daarvoor redenen hebben.
Mijn kernpunt is niet ieders individuele gedrag. Mijn kernpunt is de anarchistische erkenning dat dat egeltje op de stoep, maar ook die spin in de hoek van je woning, niets minder zijn dan jij en dan ik. Hoe individuele anarchisten de keus tegen speciesisme invullen is aan hen, net zo goed als de invulling van onze strijd tegen racisme en patriarchaat en validisme. Maar dat we tegen patriarchaat, witte overheersing, validisme, staat en kapitaal zijn, staat als een huis. Wat mij betreft hoort een gelijkwaardige afwijzing van speciesisme en de overheersing van de natuur er voor een consistent anarchisme onverbrekelijk bij.
Peter Storm
Eén reactie op “Voor een anti-speciesistisch anarchisme”
Reacties zijn gesloten.